Een beeld over verbindend koningschap. Ontegenzeglijk Willem-Alexander, maar dan de persoon versus zijn ambt. Hoe hij vertegenwoordigend is in zijn professionele keuzes, aanmoedigend in zijn menselijke twijfel, en samenbindend met zijn blik de geschiedenis in. Kortom: een eerlijk, gelaagd portret van een oprechte, menselijke monarch.
Het Koningsbeeld is op 23 september 2014 in aanwezigheid van de Admiraliteit door Commandant der Zeestrijdkrachten, vice-admiraal Matthieu Borsboom feestelijk onthuld. Het beeld is aangekocht door het Ministerie van Defensie als tastbare herinnering aan het bezoek van Koning Willem-Alexander ter ere van 525 jaar Marine, waarvan 200 jaar Koninklijk. Het bronzen borstbeeld heeft een prominente plek gekregen in het admiraliteitsgebouw te Den Helder.
________________________________________________
Nog een Koningsbeeld is op 15 december 2014 geplaatst en onthuld in de publiekshal van de Gemeente Haarlem door wethouder van Cultuur Jack van der Hoek. De realisering is mogelijk gemaakt door de Gemeente Haarlem, Puur Makelaars, Zeven c.s. belastingadviseurs en Troupin Natuursteen.
_______________________________________________________
(3e) Plaatsing BURGERZAAL GEMEENTE BLOEMENDAAL
(3e) Plaatsing BURGERZAAL GEMEENTE BLOEMENDAAL
Onthulling Koningsbeeld op 26 april 2019 in de Burgerzaal van de Gemeente Bloemendaal
_________________________________________________________________________
_________________________________________________________________________
kleibeeld in atelier Menno Veenendaal in Haarlem rubberen tbv mal / gietwas / in brons gegoten / beeld patineren bij Flassh Bronsgieterij in Balk (Frl)
Beschouwende toelichting op het Koningsbeeld van Menno Veenendaal
door drs C.H.M.A. Nelissen, MSc, kunsthistorica
door drs C.H.M.A. Nelissen, MSc, kunsthistorica
Willem-Alexander
Er zijn portretten waarin je niet alleen een persoon ontmoet, maar ook levenskeuzen, vragen, overdenkingen. Dit portret van Willem- Alexander is er zo een. Je wordt een ontmoeting ingezogen met méér dan de toevallige trekken van onze koning. Het portret kaart een gesprek aan over dat ontastbare symbool dat ‘monarchie’ heet, over twijfel, over de mens versus het ambt.
Dit ambt is er schijnbaar een van macht, maar in feite een van onmacht: in feite is dit koning-zijn een levenskeuze die aanvankelijk werd opgedrongen door geboorte. Het pleit voor Willem Alexander dat hij daar ooit een heus dilemma mee gehad heeft.
Ik zou dat zoeken zijn Hamlet-kwaliteit willen noemen: accepteer ik mijn lot (“…Whether 'tis nobler in the mind to suffer/ The slings and arrows of outrageous fortune…”)?
Of verzet ik me ertegen (“Or to take arms against a sea of troubles,/ And by opposing, end them…”)?
Bij de adolescent klonk een koppig ‘ik aanvaard alleen als het mijn eigen besluit zal zijn en anders niet’. Veenendaal modelleert precies die Hamlet-kwaliteit van Willem-Alexander in een onderhuids schemergebied, vlák onder de gelaatstrekken.
Dit portret bijt zich vast in dat innerlijke balanceren van Willem-Alexander, net zo hard als in de gelijkenis van de toevallige trekken van een monarch. Die combinatie maakt het tot een portret over zijn koningschap. Het blijft daarbij echter verre van tandeloze idealisering, van het reduceren van Willem Alexander tot een soort glimlachend Wehkamp-model. Het blijft ook verre van nodeloze scherts uit afkeer van de macht. Kortom: het is mijns inziens vooral een eerlijk portret.
Veenendaal heeft het vermogen zo door te dringen in de verschijning van Willem-Alexander, dat niet alleen de eventuele vriendelijkheid van de persoon onthuld wordt, maar ook een diep innerlijk gekoesterde waarheid over een leven, over keuzes, aarzelingen, inzichten.
Hoe Veenendaal dat doet? Laten we het beeld eens ‘langslopen’.
Techniek
Natuurlijk gaat dit portret over gelijkenis. De gelijkenis is onmiskenbaar: de ogen, de wenkbrauwen, de trekken om de mond, de lippen, je kijkt Willem-Alexander als persoon in de ogen.
Maar die gelijkenis wordt pas interessant als er iets wezenlijks vlak onder het oppervlak schemert: het specifieke levensgeluid van Willem- Alexander. Dat levensgeluid gaat over de fluïditeit van het leven, over ernst, traditie en verwachting. “Samenbindend, vertegenwoordigend en aanmoedigend” is het motto van zijn koningschap. Sociale cohesie dus, waarbinnen hij een geheel eigen(zinnige?) plaats inneemt. Ook wel menselijkheid versus vastbesloten rolvervullend.
Het zijn precies die twee kwaliteiten die Veenendaal in dit portret aanstipt. Neem bijvoorbeeld hoe het hoofd hier als typerend voor Willem Alexander ‘gedragen’ wordt Van opzij ademen de stand van hoofd en nek een andere kwaliteit dan van voren. Zo is er van opzij een onwillekeurige, kwetsbare, puur persoonlijke menselijkheid, zowel van rechts als van links. En toch, als een vervliegende vleug geur is er wat mij betreft bij het profiel van rechts een ander aspect van de persoon dan wanneer we het van links zien. Noem het ‘kwetsbare aarzeling’ versus ‘meer koppige menselijkheid’, noem het ‘vragen’ versus ‘stellen’, doet er niet toe: het verschilt.
De kunsttheoreticus Gombrich wijst op dit moeilijkste aspect van portretten: voorkomen dat het een ‘masker’ wordt. Het gaat dan ook, zegt hij, om het vangen van niet één invalshoek of belichting, maar van de voortdurende beweging in iemands gezicht, waardoor het vreemd genoeg continu verandert en tóch eenzelfde constante in de identiteit behoudt [Gombrich et al. Kunst, Wahrnemung, Wirklichkeit(Suhrkamp) 1977: 11].
En inderdaad: pas als ik dat levensfluïdum kan vinden in een portret ga ik ermee in gesprek. Dat “noem me mijn naam: Willem-Alexander, maar dan als koning van Nederland”.
Het hoofd is iets gedraaid, de ogen staren de verte in. Het zijn eigenlijk altijd in een portret de ogen die de blik werpen, maar de wenkbrauwen en oogleden die kijken, die van die ogen de mens maken en spreken van ernst of vermaak, van verrassing of overpeinzing.
Hier gaat de figuur op in zijn eigen gedachten, een geslotenheid, versterkt door de trekken om de mond en de licht gefronste wenkbrauwen. Wij staan er buiten. Het is een in-mijn-gedachten-ben-ik-vrij-portret. De blikrichting van de ogen wordt bovendien nog eens onderstreept door de afsnijding, die ook naar links oploopt.
Daarmee krijgt het beeld tegelijkertijd statuur: de blikrichting verhaalt erdoor van méér dan een fysieke stand-van-de-ogen. Zij verhaalt ook van meer dan een psychische binnenwereld van een man en zijn monarch-zijn. Door de vormen en trekken te accentueren krijgt de blikrichting iets overdrachtelijks, iets in de tijd, alsof hij ook de geschiedenis inkijkt.
Is hier een mens weergegeven die de macht tussen de tanden klemt? Nauwelijks. Maar er is wel trots. En tegelijk aarzeling. Met andere woorden: onwillekeurig heeft Veenendaal het balancerende van Willem Alexander getroffen. Hoe? De grap hier is, dat dat bereikt wordt door te spelen met contrast: een ernstige ‘kop’, maar tegelijk de suggestie van een overhemd-met-jasje om de schouders.
Het portret ademt daarbij een waardigheid die romantisch aandoet. Romantisch in de zin van de historische Romantiek dan: het grotere geheel dat de mens omspant, de doordrongenheid van het ontzagwekkende rondom het onvervreemdbaar kleine subjectieve, het besef van het historische, van voorgangers, van een doorlopende lijn, dat soort dingen.
Ik wil maar zeggen: de blik van Willem-Alexander kijkt hier wat mij betreft niet alleen de ruimte in, zij kijkt ook de geschiedenis in, de lange lijn waarin hij opvolgt. De ogen voegen geschiedenis toe aan de toevallige trekken van de persoon Willem-Alexander. De man is bovendien historicus, dus we mogen van hem verwachten historisch besef te hebben. Hoe mooi gelaagd kan een beeld zijn?
drs C.H.M.A. Nelissen, kunsthistorica
Haarlem, 2 april 2014
|